Je bekijkt momenteel…
Om de coronacrisis te overleven namen de eigenaren van restaurant De Kastanjeboom originele maatregelen. Kok René Wind monsterde zelfs aan op een kotter. Noodgedwongen, maar ook met plezier. ‘Ik ben nu vijftig en sta al vanaf mijn vijftiende in de keuken. Best leuk om eens heel ergens anders rond te kijken.’
Op 1 april van dit jaar was het tien jaar geleden dat René en zijn compagnon Jan Siem Dros op de Stenenplaats in Den Burg restaurant De Kastanjebom begonnen. Eerder hadden ze samen Strandpaviljoen Paal 12, ook op Texel. Een feestelijk jubileum zat er helaas niet in, want voor het tweede achtereenvolgende jaar was het restaurant in het voorjaar gesloten. Een vervelende situatie, maar het bedrijf bestond tenminste nog.
‘Toen corona kwam, hebben we de koppen bij elkaar gestoken. Samen met onze adviseur Maarten-Jeroen den Boer en zijn partner Astrid van der Vis hebben we gekeken hoe we de kosten zoveel mogelijk konden drukken. We hebben bijvoorbeeld ons kassa-abonnement en een paar kranten tijdelijk opgezegd. Vanaf het begin hebben we tegen onze mensen gezegd: we gaan ervoor en proberen iedereen zoveel mogelijk in dienst te houden. Van sommige tijdelijke krachten hadden we afscheid kunnen nemen, maar we hebben ervoor gekozen ze in dienst te houden voor minder uren per week. Een risico, want je loopt de kans dat daar maar weinig inkomsten tegenover staan. Maar we hadden wel de zekerheid dat als we weer open mochten, we daar de mensen voor hadden. Collega’s die wél personeel hebben ontslagen, konden later moeilijk meer mensen krijgen.’
Sommige medewerkers vonden ergens anders werk. ‘Iemand werkte een paar dagen per week bij de gemeente, een ander in de bouw. Wij hielden ze in dienst, maar leenden ze uit en stuurden hun tijdelijke werkgevers een factuur. Jan Siem werkte zelf ook een hele periode bij Tomtex in de bouw. Alleen voor de vader van Jan Siem was het een hard gelag. Han is 83 en bakt nog altijd al ons appelgebak, het brood en de koekjes. Dat hoefde een tijd lang niet meer en dat viel hem niet mee.’
Zelf werkte René bij schilder Pieter Daalder, op de kotter TX19 van de familie Krijnen en bij IJsbrand Kikkert, die cv-installaties en sanitair installeert. ‘Het werk op de kotter was zwaar. Twee uur op, twee uur af, een hele week lang, dat is mijn lichaam niet gewend. Maar het was mooi om te zien hoe het er op een schip aan toe gaat en om elke keer tien verschillende vissoorten in het net te krijgen. Ik vond het echt een avontuur op zee.’
Ook bij zijn andere werkgevers deed René bijzondere ervaringen op. ‘Bij IJsbrand heb ik vooral heel veel voorwerk gedaan. Gaatjes boren, leidingen aangeven, daar hoef je niet bijzonder technisch voor te zijn. Ik kan nu niet plotseling zelf een douche aanleggen, maar het was heel leuk om als krullenjongen iets totaal nieuws te mogen leren. En om te ontdekken wat een vakman IJsbrand is. Bij Pieter moest ik schuren, afplakken, plamuren: al die klusjes die een schilder zelf liever niet doet. Maar ook dat was leuk en ook Pieter is een vakman. Ik werd veertig keer op een dag gecontroleerd of ik het wel goed had gedaan.’
Mede dankzij de steunpakketten van de overheid lukte het René en zijn compagnon om te overleven. ‘Het ging wel eens met horten en stoten en je hebt een lange adem nodig. En nu moeten we bijvoorbeeld onze uitgestelde belastingen betalen. Maar we hebben ons aardig kunnen redden. Dat komt ook doordat we op Texel gewoon goede zomers hebben gehad. Als je hier een beetje normaal onderneemt en niet al je geld in een nieuwe BMW pompt, dan hoef je niet failliet te gaan.’
Zonder zorgen is René niet en hij heeft ook zijn vragen bij alle beperkende maatregelen waarmee hij en zijn collega’s steeds te maken krijgen, terwijl het aantal besmettingen in de horeca beperkt blijft. ‘Het is eenvoudig om te zeggen dat de horeca dan maar weer dicht moet. Maar daar horen wel namen en gezichten bij. Een lockdown dreunt hard door, vooral bij jongeren. Je ziet toch veel dat ze meer gaan gamen, drugs gebruiken en schulden krijgen doordat ze geen baantje meer hebben.’
Bij alle maatregelen die René en Jan Siem hebben genomen, hebben ze veel steun gehad van Maarten-Jeroen den Boer van MB Advies en zijn partner Astrid van der Vis. ‘Ik ken Maarten-Jeroen al heel lang. Hij deed onze boekhouding al toen we nog op het strand werkten. Marike – mijn vrouw en onze sparringpartner – is een tijd zijn secretaresse geweest. Normaal spreken we elkaar twee keer per jaar: om de jaarcijfers te evalueren én voor de visie van het jaar erop. In de coronatijd zagen we elkaar vaker. Ook de boekhouders die ik hiervoor had, hadden hun cijfers prima op orde. Maar Maarten-Jeroen laat je soms je een heel andere kant opkijken. Niet dat ik hem daarbij slaafs volg, want je moet goed kijken wat je met zijn ideeën kunt. Hij redeneert vanuit de theorie en die hoeft niet altijd te stroken met de praktijk van de horeca. Maar het is wel mooi dat hij af en toe een konijn uit de hoge hoed haalt dat je echt niet had zien aankomen. Astrid is trouwens ook heel goed. Waar Maarten-Jeroen een dromer is, in de goede zin, is zij heel realistisch en praktisch. Ze vullen elkaar goed aan.’