Je bekijkt momenteel…
De in de Amsterdamse Zeeheldenbuurt opgegroeide Roy werd op zijn eenentwintigste assistent-vertegenwoordiger bij De Echo. ‘Dat was toen hét huis-aan-huisblad van Amsterdam, onderdeel van het Telegraafconcern. Ik verkocht advertenties. Letterlijk: winkel in, winkel uit. Ik heb dat werk met ongelooflijk veel plezier gedaan. Ik hou ervan met mensen te praten. Over hun werk, wat ze doen, wat ze niet doen en waarom. Van makelaars tot drogisten en van opticiens tot banketbakkers. Om te zien hoe een brood werd gebakken, stond ik ’s ochtends om vier uur in de bakkerij. En dan waren zij al anderhalf uur aan het werk.’
Na tien jaar kreeg Roy een leidinggevende functie en in de jaren erop klom hij steeds hogerop, om uiteindelijk directeur van de Holland Combinatie te worden. ‘Uitgever van diverse huis-aan-huisbladen, regionale kranten en websites. Met zo’n 600 medewerkers gaven we ongeveer 140 titels uit, met een totale oplage van in totaal 3,5 miljoen kranten per week. We waren actief in de hele Randstad: van Den Helder tot Rotterdam.’
‘Lekker werken’ stond bij hem voorop, veel meer nog dan de verdiensten. ‘Hoewel ik met mijn inkomen ook niks te klagen had. De Telegraaf betaalde altijd goed. Ik kreeg alle ruimte om in mezelf te investeren en elke acht jaar de kans om iets nieuws te doen en me verder te ontwikkelen. Het was keihard werken, maar dat hoort bij mijn generatie. Op vijf baaldagen na, ben ik mijn hele leven vrolijk naar mijn werk gegaan. Ik noem mezelf echt een geluksvogel.’
Aan alle voorspoed kwam met de financiële crisis in 2010 een einde. ‘Alles stortte in elkaar, ook bij de Holland Combinatie. Ik werd weg gereorganiseerd, maar kreeg een mooie exit-regeling. Op mijn 57ste belandde ik thuis en voor het geld had ik daar gewoon kunnen blijven. Maar als je gezond bent en iedereen in je omgeving werkt, begin je je al snel ongelukkig te voelen. Binnen een jaar ben ik weer gaan aan het werk gegaan.’
Roy werd eerst bestuurslid en uiteindelijk voorzitter van de NNP, de landelijke brancheorganisatie van uitgevers van huis-aan-huisbladen en (betaalde) nieuwsbladen. Een van de circa vijftig leden is Langeveld en de Rooy, uitgever van de Texelse Courant. ‘We verzorgen workshops voor journalisten, uitgevers en salesmensen. Op verschillende terreinen hebben we de afgelopen jaren hard gewerkt. Een belangrijk succes was de €41 miljoen steun die we voor onze leden hebben binnengehaald om in de coronatijd te kunnen blijven doordraaien.’
Sinds mei van dit jaar is Roy officieel met pensioen. Dat wil niet zeggen dat hij nu wel thuis blijft zitten. ‘Ik word steeds vaker gevraagd om ondernemers te helpen. Als adviseur bij koop of verkoop, bijvoorbeeld. Bij plannen om een redactie te reorganiseren. Of als sparringpartner van directies. In het begin vloeide dat voort uit mijn werk voor de NNP en deed ik het onbetaald. Maar het werd steeds meer structureel en dit jaar ben ik er mijn werk van gaan maken.’
Bij zijn eerste klus als ondernemer werd hij door René de Lange gevraagd als strategisch adviseur te helpen Langeveld en de Rooy te verkopen. Een gecompliceerde klus, waarbij veel van zijn tact werd gevraagd. ‘Ik moest namens de verkoper aan de koper uitleggen waarom het bedrijf een bepaald bedrag moest opbrengen. Omgekeerd moest ik de verkoper uitleggen waarom het bedrag niet te hoog mocht zijn. Ik vind dat als een koper zijn investering niet binnen een bepaald aantal jaren kan terugverdienen, hij er niet aan moet beginnen. Het allerbelangrijkste is dat bij het sluiten van een deal beide partijen tevreden zijn.’
Juist toen een akkoord dichtbij leek, gooide de coronacrisis roet in het eten en stond de verkoop zes maanden lang op losse schroeven. Een ernstige tegenvaller, zowel voor de verkoper als voor de potentiële kopers, Job Schepers en Duncan Whyte, die als medewerkers al jarenlang voor Langeveld en de Rooy werkten. ‘Maar mede dankzij Robin Konijn, die de kopers begeleidde, hebben we uiteindelijke een keurige deal gemaakt.’
Bij de verkoop werkte Roy nauw samen met Maarten-Jeroen den Boer van MB Advies. ‘Het was de eerste keer dat ik met hem te maken had. We hebben kennisgemaakt op zijn kantoor in Middenbeemster. Eerlijk is eerlijk: ik heb nooit iemand ontmoet die zoveel kennis van financiële zaken heeft en die zo snel kan schakelen als hij. Het was de taak van Maarten-Jeroen om een zo hoog mogelijk bedrag voor René de Lange binnen te halen. Maar ik wilde ook dat Job en Duncan een mooie deal zouden krijgen en moest hem ervan overtuigen dat het waarschijnlijk niet zou doorgaan als hij teveel vroeg. Het mooie van Maarten-Jeroen was dat hij zich graag liet overtuigen door goede argumenten.’
Dat Roys waardering oprecht was, bleek korte tijd later, toen hij een vriend hielp zijn bedrijf te verkopen en hij Maarten-Jeroen vroeg voor de financiële en juridische afwikkeling. ‘Hij had zoveel meer kennis dan de boekhouder van de koper, dat die steeds alleen maar ja, ja kon zeggen. Maar zonder hem in de hoek te zetten. De boekhouder was ook blij en vond het lekker dat we eruit waren gekomen. Maarten-Jeroen is niet goedkoop, maar als hij een klus voor je doet, dan heb je er zelf geen omkijken meer naar. Hij denkt overal aan en neemt je zorgen weg.’
Begin dit jaar kwamen de twee elkaar voor de derde keer tegen, ditmaal als ‘tegenstanders’. Maarten-Jeroen vertegenwoordigde Maarten Koorn, die zijn bedrijf Texelse Media wilde verkopen. Roy behartigde samen met Robin Konijn de belangen van potentiële kopers Job Schepers en Duncan Whyte, die kort daarvoor eigenaar waren geworden van Langeveld en de Rooy. ‘Ditmaal hadden Maarten-Jeroen en ik honderd procent andere belangen. Omdat we elkaar goed kenden, praatten we heel open met elkaar. Aan de andere kant moet je voorkomen dat je de indruk wekt er een onderonsje van te maken. Het gevaar bestaat anders dat een van de partijen zich tekort gedaan voelt.’
Resultaat was opnieuw een deal die aan beide kanten tot tevredenheid stemde. En wederom was er de waardering van Roy voor Maarten-Jeroen. ‘Na veel plussen en minnen houdt hij niet star vast aan wat hij in zijn hoofd heeft of aan zijn opdrachtgever heeft beloofd. Het gaat om het resultaat. Maarten Koorn wilde verkopen en voor Job en Duncan geldt dat de concurrent maar één keer te koop staat. Ik heb Maarten-Jeroen nu drie keer meegemaakt, in drie verschillende rollen. En in al die situaties bleef hij boven de materie staan. Hij behartigt de belangen van de partij voor wie hij optreedt. Maar hij staat ook open voor de argumenten van de tegenpartij. En – ook mooi – hij durft een robbertje te vechten. Als een gesprek niet naar zijn zin was verlopen, kwam er gelijk een telefoontje waarin hij je de waarheid zei. Dan was de lucht maar geklaard. Ik ben Amsterdammer, ik hou daarvan.’
Omdat volgens Roy moet worden voorkomen dat Maarten-Jeroen naast zijn schoenen gaat lopen, vraagt hij met een grijns of ik bij het uitwerken van ons gesprek zijn eigen loftuitingen wat wil afzwakken. Hij weet trouwens ook nog wel een nadeel van Maarten-Jeroen. ‘Hij denkt sneller dan hij praat. En hij praat al snel, dus kun je nagaan hoe snel hij denkt. Soms moet ik hem afremmen, omdat ik hem gewoon even niet kan volgen. Maar gelukkig is hij dan altijd bereid even een stapje terug te doen en in Jip-en-Janneketaal uit te leggen wat hij bedoelt. In het begin is hij ook wel eens overweldigend. Er zit wel iemand tegenover je. Maar als je dan zachtjes terugduwt, is hij flexibeler dan je in eerste instantie misschien denkt.’
Concluderend: ‘Ik heb van onze ontmoetingen genoten en zou hem de volgende keer wéér bellen. Sterker, dat heb ik al gedaan. Bij het opstarten van mijn bedrijf heb ik hem gevraagd mee te denken over de rechtsvorm. We hebben twee uur gezeten, hij gaf me een goed advies en dat heb ik opgevolgd. En het aardige was dat ik er niet eens een rekening voor heb gekregen.’