Je bekijkt momenteel…
De samenwerking met Maarten-Jeroen dateert van vorig jaar. ‘Ik had een heel slecht jaar en kon er de vinger niet op leggen waar ‘m dat in zat. Want ik had het hele jaar wel hard gewerkt. Ik spreek Maarten-Jeroen regelmatig. We wonen naast elkaar en ik onderhoud zijn tuin. Hij bood aan er eens naar te kijken.’
Wat de oorzaak van de tegenvallende resultaten was geweest, werd niet helemaal duidelijk. ‘Frustrerend, want nu weet ik ook niet wat ik de volgende keer anders zou moeten doen. Ik had ook plannen om een huis te kopen, maar dat ging niet door. Na dat slechte jaar kreeg ik geen financiering.’
Met Maarten-Jeroen sprak hij af jaarlijks een begroting op te stellen. Bovendien gaan ze elke maand op een zaterdagochtend met elkaar aan tafel om de actuele ontwikkelingen te bespreken. Axel is er blij mee. ‘Als het nodig is, kan ik nu op tijd bijsturen. Aan het eind van een jaar lukt dat niet meer, dan is het te laat. Dit jaar was gelukkig weer supergoed.’
Hij laat zich tegenwoordig betalen per vierkante meter en betaalt zijn medewerkers zelf ook op die manier. ‘Door corona en slecht weer konden we vorig jaar maar drie of vier dagen per week werken, terwijl ik wel voor vijf dagen personeelskosten had. Op deze manier loop ik geen financieel risico meer.’
Axel zit al ruim dertig jaar in het vak. ‘Ik had verkering met de dochter van de rietdekker. De verkering ging uit, maar ik mocht blijven. In 1994 ben ik bij hem in de firma gekomen, in 1996 heb ik hem uitgekocht.’
Het is een prachtig beroep, vindt hij nog steeds. ‘Je maakt iets moois en dat blijf je lang zien. Als je het goed doet, ligt riet er voor dertig jaar op. Dat is toch anders als je bakker bent en een lekker taartje hebt gebakken. Ik kan echt trots over Texel rijden en bekijken wat we allemaal hebben gedaan. Het is ook afwisselend werk. Ik kom bij steeds andere mensen. Alléén op Texel, ik heb hier genoeg werk. In de winter doe ik veel onderhoud en reparatiewerk op vakantieparken. Ik heb ook klanten voor wie ik op contractbasis werk. Ik ga ieder jaar bij ze langs om te kijken wat er moet gebeuren. Dat is vast werk.’
Een van de belangrijkste uitdagingen van een rietdekker is genoeg en kwalitatief goed riet te bemachtigen om zijn werk te kunnen doen. Op eigen eiland lukt dat al lang niet meer. ‘Vroeger maaide ik zelf bij Dijkmanshuizen (een natuurgebied nabij Oudeschild, red.), maar dat mag niet meer om de broedende vogels te beschermen. Er zijn nog maar twee plekken op Texel waar mijn riet vandaan komt. Tachtig procent komt uit het buitenland. Ik heb zelf vooral riet uit Oostenrijk. Dat is kwalitatief goed. Ik koop het aan via een handelaar in Friesland. Steeds meer riet komt uit China. Een slechte ontwikkeling, vind ik. De kwaliteit is over het algemeen niet denderend en het moet met grote schepen worden aangevoerd. Helaas is dit jaar een slecht jaar. Heel Europa is leeggekocht. Nu zijn we wel aangewezen op Chinees riet. Ik doe er één klus mee. En verder heb ik een deel van het werk kunnen doorschuiven. Hopelijk is het volgend jaar weer beter.’