Goed advies redde Texels restaurant van de ondergang

‘Eindelijk iemand die het in ons zag zitten’

Na een slepend conflict met de gemeente en een bank die het vertrouwen had opgezegd,

waren Heere en Ute Oosterhaven ten einde raad en stonden ze op het punt hun restaurant te verkopen. Maar Maarten-Jeroen den Boer van MB Adviesgroep zag het minder somber in en stelde een reddingsplan op. Drie jaar later draait Bistro ’t Kerckeplein weer uitstekend.

Ze hebben zware jaren achter de rug. Hij kreeg een hersenbloeding, zij darmkanker. Niet iets om over uit te weiden, vinden ze. Maar het moet wel worden gezegd, aangezien hun bedrijfsresultaten er flink onder hebben geleden. Daar bovenop kwamen de werkzaamheden aan de straat waaraan ze zijn gevestigd, de Oesterstraat in het Texelse dorp Oosterend. ‘De straat zou zes weken open liggen, het werden zes maanden. Een halfjaar lang hadden we geen inkomsten. We hebben de boekhouder laten uitrekenen hoeveel we daardoor waren misgelopen en hebben de helft van dat bedrag bij de gemeente Texel in rekening gebracht. Die wilde niet betalen. Totdat de nationale Ombudsman erbij kwam, toen kregen we van alles toegezegd. We leken gered, maar de wethouder draaide later alles weer terug. De Ombudsman kon helaas niets voor ons doen, zeiden ze. Hun advies is niet bindend’, vertelt Ute.

Betalingsproblemen

Ernstige betalingsproblemen waren het gevolg. De bank – waarmee ze al vele jaren zakendeden – zei het vertrouwen in hen op. ‘Banken zijn alleen vriendelijk als je geld bezit. Heb je geld nodig en kun je je hypotheek niet betalen, dan beland je in de categorie Bijzonder Beheer en behandelen ze je als crimineel’, constateert ze bitter. ‘Ik ben een keer heel boos geworden. Ik zei dat ik niet begreep waarom ze ons als boeven zagen. En dat het niet onze schuld was dat de straat zo lang had opengelegen. Maar ze luisterden niet eens.’

Hun laatste hoop was gevestigd op iemand die ze nog nooit hadden ontmoet. ‘Heeres broer zei: Als iemand je kan helpen, is het Maarten-Jeroen den Boer. Maar hij neemt je alleen als klant als hij je interessant vindt. We hadden geen keuze en hebben hem gebeld.’

Beschermengeltje

Het eerste gesprek met de eigenaar van MB Adviesgroep duurde twintig minuten. ‘Hij heeft alleen maar geluisterd en is toen gaan rekenen. En hij vroeg: Staat het restaurant nog steeds in de verkoop? Dat was zo, al twee jaar. We moesten het er direct uithalen, zei hij. Bij verkoop zouden we een heel hoge stakingswinst aan de Belastingdienst moeten betalen. We hebben zijn raad opgevolgd. Een dag later meldde zich een koper. En een dag later nóg een. Uit Oosterend, nota bene. Ik ben niet gelovig, maar er moet een beschermengeltje op onze schouder hebben gezeten.’

Maarten-Jeroen ging voortvarend te werk. ‘Binnen een paar dagen al had hij een plan, lopend vanaf dat moment tot en met ons pensioen. We zijn erin meegegaan en het werkt nog steeds. Concentreren jullie je op het bedrijf, dan doe ik dat op de bank, zei hij. Hij heeft ons bij de bank weggehaald en voor alternatieve financiering gezorgd. Dat is natuurlijk wel wat duurder dan een reguliere bank. Maar zijn favoriete uitspraak is: Beter duur dan niet te koop.

In samenspraak met hun adviseur bewerkstelligden Heere en Ute een compleet andere formule voor hun restaurant. ‘We zitten vijfendertig jaar in het vak. In die periode ontwikkel je een soort bedrijfsblindheid. Je doet dingen niet omdat ze goed zijn, maar omdat je ze altijd zo hebt gedaan. We hebben alles opnieuw bekeken: de kaart, het inkoopbeleid, de markt, zelfs de naam van het restaurant.’

Van rôtisserie naar bistro

Al toen ze het op 1 april 1987 van de vorige eigenaar overnamen heette het bedrijf Rôtisserie ’t Kerckeplein. ‘Letterlijk betekent rôtisserie gaarkeuken, de rôtisseur is degene die het vlees bereidt. Bijna niemand weet dat, Texelaars hadden het ook over de Rôtisserie, omdat ze dachten dat het restaurant zo heette. Bij toeristen zorgde de term vooral voor verwarring. Wat is dat voor restaurant? Is het daar duur? Ze wisten het niet. Daarom hebben we gekozen voor de term bistro. De kaart is eenvoudiger geworden, maar met dezelfde kwaliteit die we altijd hebben nagestreefd. We gebruiken nog steeds bijna uitsluitend lokale producten. Heere koopt zijn lammeren bij Hin van boerderij Hoogvliet en beent ze zelf uit. Maar ook ons rund- en varkensvlees komt van Texel.’

Om meer omzet te genereren, maakten ze het terras twee keer zo groot. ‘We zijn altijd op de avond gericht geweest. Maar in Oosterend hebben we geen hotels, dus gasten die per ongeluk langslopen hebben we bijna niet. Ze moeten al speciaal voor ons komen. Maar ’s zomers trekt Oosterend wel veel fietsers en die strijken graag op het terras neer voor koffie en een snelle hap. Het terras zorgt nu voor de hoofdmoot van ons inkomen. Wat we ’s avonds verdienen is meegenomen.’

Dankzij de nieuwe formule hebben ze ook minder medewerkers nodig. ‘Overdag werken we met een paar mensen, ’s avonds doen we het met z’n tweeën. We nemen nooit meer dan veertien gasten aan. Zo is het goed te doen.’

De crisis overwonnen

Ondanks twee coronajaren, waarin ze vaker dicht waren dan ze hadden gewild, hebben Ute en Heere de crisis overwonnen. De afgelopen maanden hebben ze zelfs gebruikt om weer flink te investeren. Het hele pand is geschilderd en van nieuwe raamkozijnen en dakgoten voorzien. ‘Een paar jaar geleden hadden we daar het geld nog niet voor gehad.’
Hoewel ze al 66 en 65 zijn, zien ze de toekomst met vertrouwen tegemoet. ‘We vinden het weer leuk en gaan zeker nog een jaar of twee, drie door. Maar ook voor daarna hoeven we ons geen zorgen te maken. Van een VOF zijn we nu twee BV’s. Die rechtsvorm is aantrekkelijker bij verkoop. Daardoor zijn we verzekerd van een pensioen.’

‘We gaan het redden’

Ze hebben er hard voor gewerkt, maar geven grif toe dat ze het zonder Maarten-Jeroen niet hadden gered. ‘We hebben al heel wat bedrijfsadviseurs gehad, maar niemand is zo goed als hij. Allemaal kijken ze tegen het probleem aan, Maarten-Jeroen kijkt op het probleem. Hij overziet alles, legt verbanden en ziet de mogelijkheden. Hij is zo ongelooflijk breed georiënteerd. Om eerlijk te zijn, moeten we erbij vertellen dat we ook wel eens andere verhalen over hem hadden gehoord. Hij zou keihard zijn en een bullebak.’ Lachend: ‘Inderdaad, hij is duidelijk. Als hij denkt dat je het niet goed doet, laat hij het je duidelijk weten. Maar wij vinden hem top.’

Terugblikkend raken ze zelfs een beetje geëmotioneerd. ‘We zijn hoog opgeleid en hebben veertig jaar ervaring in ons vak. Het restaurant zagen we als ons kindje. Het was daarom heel verdrietig dat het misging en we zo werden neergehaald door de banken. Toen Maarten-Jeroen kwam, ging de zon weer schijnen. Door zijn kennis, maar ook door zijn positieve instelling. Hij neemt je mee in zijn enthousiasme. Het eerste dat hij vijf jaar geleden zei was: Kom op, niet zo somber. Dit is een mooi bedrijf. We gaan het redden. Eindelijk iemand die het in ons zag zitten. Dat was zo fijn.’