Je bekijkt momenteel…
Texel, een paar honderd meter van de veerhaven. Het is een regenachtige ochtend, half november. Buiten raast de wind om het huis, binnen is hij net begonnen zijn houtkachel op te stoken om de nog koude huiskamer te verwarmen. Geen paradijselijke omstandigheden, zou je zeggen, maar Bart is alleen maar enthousiast. ‘Een prachtige plek. Als je de deur uitgaat, loop je zo de duinen in. De drempel om naar buiten te gaan is heel laag. Ik ervaar hier hetzelfde gevoel van rust en ruimte dat ik had op onze reis met de camper.’
Twintig jaar lang woonde hij in Amsterdam. Net vader geworden, besloten hij en zijn vriendin de drukte te ontvluchten en naar Haarlem te verhuizen. Maar dat viel tegen. Na lang wikken en wegen namen ze een rigoureuze stap. Ze verkochten hun huis en gingen op reis. ‘In totaal hebben we bijna twee jaar in een camper gewoond, de reis duurde ongeveer zeven maanden. We hebben heel veel plekken bezocht: Zweden, Noorwegen, de Noordkaap, Finland, de Baltische staten en daarna in zuidelijke richting via de Balkan naar Griekenland. In grote delen van Europa is nog ruimte en natuur. Een bijzonder contrast met de kleine ruimte waarin we zelf leefden. Het was fantastisch. Onze jongens, toen twee en vier jaar oud, speelden altijd buiten. Het gevoel van vrijheid was enorm.’
Terug in Nederland ervoeren ze opnieuw dat Nederland vol en druk is. ‘We hebben serieus overwogen te emigreren. Noorwegen? Kroatië? Uiteindelijk zijn we naar Texel gegaan en daar hebben we onze camper op camping Loodsmansduin gezet. Vrienden vroegen: Wat moet je op Texel? Ik was er één keer eerder geweest, mijn vriendin wel vaker. We hadden allebei de associatie dat het eiland vooral agrarisch was, maar deze hoek, het zuidwesten, kenden we niet goed. Het is prachtig, met al die duinen. Voor ons was het een vreemd gevoel, we waren – net als tijdens onze reis – weer helemaal los. ’
Zijn vriendin, die kinderpsycholoog is, vond binnen een week een baan op Texel. Lachend: ‘Toen konden we helemaal niet meer terug. Ik ben vinoloog. Ik verkoop wijn en organiseer proeverijen. Een paar oude Citroëns heb ik omgebouwd tot mobiele bar, waarmee ik markten en festivals afreis. Voor mijn werk hoef ik niet in de Randstad te wonen.’
In september 2019 reageerden ze op een advertentie, waarin Natuurmonumenten een bijzonder object te koop aanbood. Het ging om Zeemansduin, een landgoed van ongeveer een halve hectare, waarop vroeger een vakantieoord voor kinderen was gevestigd, bestaand uit een glooiend duin, een woonhuis en enkele gedateerde logiesgebouwen, verscholen achter bosschages. Volgens het bestemmingsplan hoorden er 54 recreatieve slaapplaatsen bij. De overleden eigenares had het landgoed nagelaten aan Natuurmonumenten.
Belangstellenden werden uitgenodigd een plan in te dienen. Voorwaarde was dat het bestaande duinlandschap zou worden gerespecteerd en dat het plan in de omgeving paste. De koop zou niet per se worden gegund aan de hoogste bieder. In totaal kreeg Natuurmonumenten vijftien plannen aangeboden, waarna twee gegadigden werden uitgenodigd hun ideeën toe te lichten. Bart had de zijne gemaakt in samenwerking met Woonpionier, een architectenbureau dat veel ervaring heeft met kleinschalige, biobased woningbouw.
‘Wij willen twee vleugels met elk recreatieve appartementen bouwen, met in het midden een gezamenlijke ruimte. De appartementen zijn los of geschakeld te huren, zodat je er ook als groep terecht kan. We bouwen circulair, met zoveel mogelijk herbruikbare materialen. In de vorm van een duin en daardoor goed ingepast in het landschap. Helaas, we werden niet uitgekozen. Dat was een teleurstelling. Maar we zijn altijd in contact met Natuurmonumenten gebleven en toen degene die de kans had gekregen het niet kon rondbreien, kwamen wij weer in beeld.’
Voor de financiering kwam Bart via een vriend in contact met Maarten-Jeroen den Boer van MB Adviesgroep. Geen overbodige luxe, ook al kwam vijfentachtig procent van het benodigde geld uiteindelijk uit zijn eigen netwerk. ‘Ik was voor mijn bedrijf nooit bij een bank geweest. Mijn bussen heb ik gefinancierd met hulp van vrienden. Vroeger had je vier grote banken, tegenwoordig is de financieringsmarkt veel meer gefragmenteerd. Dat maakt het veel complexer. Bovendien kun je dit zien als een vorm van een projectontwikkeling en daar gaan banken niet snel in mee.’
Maarten-Jeroen speelde vooral een adviserende en coördinerende rol en hielp hen ook in de onderhandeling met Natuurmonumenten. ‘Het ontbrak mij aan kennis. Hoe kom je tot een overeenkomst? Welke stappen moet je daarin zetten? Handig is ook dat Maarten-Jeroen als buitenstaander af en toe stevig kon doorpakken. Terwijl ik nog veel meer de neiging had om in gesprek te blijven, durfde hij dan tegen Natuurmonumenten te zeggen: Dan gaan we niet akkoord. Dat heeft zeker effect gehad. Maarten-Jeroen heeft een enorme drive. Al kan ik me voorstellen dat klanten aan hem moeten wennen, omdat hij vaak al een paar stappen vooruit is in zijn denken.’
Inmiddels is Zeemansduin eigendom van Bart en hebben hij en zijn gezin de woning betrokken. Maar het project Bij Mokbaai is nog lang niet ten einde. ‘De vergunning om te mogen bouwen is binnen en onherroepelijk. Op een dag na vallen we ook buiten het stikstofbeleid. Nu zijn we in gesprek met een aannemer. Dat is nog lastig. In het voorlopige ontwerp is de fundering demontabel. Dat is nogal een ding. Zo’n fundering is duurder en een aannemer is niet gewend zo te bouwen. Veel banken roepen dat ze circulair zijn, maar volgens Maarten-Jeroen is de toetsing nog altijd traditioneel. Duurzame mogelijkheden kosten geld, maar een bank heeft liever de goedkoopste oplossing. Hoeveel alles uiteindelijk gaat kosten, weten we nog niet en hangt af van het definitieve ontwerp.’
Hoe dat er tot in detail zal uitzien, is dus nog onzeker. Maar duidelijk zijn wel de principes. ‘De tendens in recreatiebouw is groot, groter, grootst. Wij gaan juist kleiner.’ Enthousiast vertelt Bart over het zo laag mogelijk houden van de energiebehoefte. ‘De bestaande begroeiing blijft zoveel mogelijk behouden en daarmee de flora en fauna. Het wordt heel mooi, denken wij. Als het volgens plan verloopt, hopen we dat het volgend jaar zomer klaar is. ‘