‘In mijn restaurant komen alleen blije mensen’

Bonny Scholten van Brasserie C’est la Vie

Om meerdere redenen hakte de coronacrisis er stevig bij haar in.

Maar anno 2024 is Bonny Scholten de trotse eigenaar van Brasserie C’est la Vie in Uitgeest, een restaurant dat in korte tijd uitgroeide tot een succes.

Met een paar onderbrekingen werkte Bonny zo’n vijftien jaar in de catering van Tata Steel. Begonnen in de spoelkeuken, groeide ze door naar het management van het grootste bedrijfsrestaurant in IJmuiden, waar ze samen met twaalf collega’s tussen half twaalf ’s ochtends en twee uur ’s middags dagelijks twaalfhonderd gasten een lunch serveerde.

Via een uitzendbureau

‘Ik ben er ooit via een uitzendbureau begonnen omdat het werk goed te combineren viel met mijn moederschap. Ik kreeg al jong kinderen en was ook nog jong toen ik er alleen voor kwam te staan. Als ik aan het werk was, zaten mijn dochter en zoon op school.’

Zoals in zo veel sectoren zorgde corona voor grote veranderingen. Samen eten in gezelschappen mocht niet meer, waardoor het aantal gasten terugliep van twaalfhonderd naar vijftien per dag. Eurest Services, dat de vijftien Nederlandse bedrijfsrestaurants van Tata Steel exploiteert, besloot te bezuinigen. ‘Mensen die er tientallen jaren hadden gewerkt, kregen in een gesprek van een paar minuten te horen dat ze weg moesten. Ik heb me schuldig gevoeld. Waarom mocht ik wel blijven? Ik heb daar zo’n klap van gekregen, dat ik heb besloten te stoppen. Bij een bedrijf dat zo met z’n mensen omgaat, wil ik niet werken.’

Bruisend café

Ondertussen was ze in haar woonplaats Uitgeest een café begonnen: café Ome Cor, dat onder de vorige eigenaar nog De Bon Vivant heette. ‘Zes maanden voor corona gingen we open. Het was keihard werken, van donderdag tot en met zondag. Als ik thuiskwam, ging mijn cateringshirt uit en mijn caféshirt aan. Zonder personeel, alleen mijn vriend Gem hielp mee. Maar we hebben het gered. Van een doodgebloede tent hebben we er een bruisend café van gemaakt.’

Toch besloot ze in november 2022 de zaak te sluiten. Mede door de vervelende ervaringen bij Tata Steel zag ze het even niet meer zitten. Maar al snel keerde de energie terug en in januari 2023 kwam Herberg De 3sprong in Uitgeest te koop. Ze besloot te onderzoeken of de koop ervan tot haar mogelijkheden behoorde. ‘Ik heb het altijd al leuk gevonden om te kokkerellen en mensen blij te maken. Het is in mijn eigen dorp, de mooiste plek van de omgeving, met een prachtig uitzicht op een oude molen. Vroeger zou ik het niet hebben gedurfd, maar mijn kinderen zijn volwassen en de deur uit. Mocht het misgaan, dan heb ik alleen mezelf.’

Ons kent ons

Via haar vaste verzekeringsman kwam Bonny in contact met financieel adviseur Jan Herman Lap van MB Adviesgroep. ‘Hij woont bij ons in het dorp. Ik kende hem niet persoonlijk, maar in Uitgeest is het ons kent ons.’ Ze vond het spannend. ‘Als je bij wijze van spreken nooit meer dan honderd euro hebt gehad, is een lening van een ton veel geld.’

In februari hadden ze hun eerste gesprek, in juni kreeg ze groen licht van de Rabobank, na een intensief traject, waarbij Jan Herman samenwerkte met WEA Accountants. ‘Achteraf valt het wel mee, maar in die periode vond ik het zenuwslopend en heb ik me wel eens afgevraagd of ik mijn droom wel zou kunnen waarmaken. Dan moesten we wéér een weekend wachten omdat iemand die ergens een handtekening onder moest zetten een week vrij was. In het heetst van de strijd was ik wel eens pissig. Dan vroeg ik aan Jan Herman wanneer het nou eindelijk eens goed kwam. Maar hij kon er ook niks aan doen en baalde waarschijnlijk net zo hard als ik. Jan Herman is een leuke man. Hij komt nog steeds af en toe binnenlopen. Dat waardeer ik zeer.’

Blij is Bonny ook met de hulp van zwager Barry. ‘Hij heeft alle verstand van en geduld met cijfertjes en boekhouding. Vanaf het begin heeft hij erbij gezeten met alle gesprekken. Hij heeft me heel goed op gang geholpen. Sinds mei van dit jaar doe ik de boekhouding zelf.’

Lekker lang tafelen

Onder de naam Brasserie C’est la Vie ging het restaurant in augustus open. ‘Om te wennen hebben we eerst nog met de oude kaart gewerkt, maar in september zijn we begonnen met mijn eigen concept: kleine, tapas-achtige hapjes. Bij ons zit je voor een vast bedrag de hele avond. Lekker lang tafelen, dat wordt ontzettend gewaardeerd. Onze gasten komen uit de hele omgeving. Ik had ingecalculeerd dat ik langzaam moest opbouwen, maar tot mijn verbazing zaten we al na een paar maanden elke avond van donderdag tot en met zondag vol en zijn we gestopt met à la carte. Dat viel niet meer te combineren.’

Bonny doet haar werk met maar liefst drieënveertig medewerkers, van wie er twee in vaste dienst zijn, vier op contract basis werken en de anderen oproepkrachten zijn. ‘Zonder mijn team ben ik helemaal niks. Ik had zou het leuk vinden als je met name chef-kok Michael noemt. Ik heb hem overgenomen van de vorige eigenaar. Vol enthousiasme is hij meegegaan in mijn ideeën voor het nieuwe concept. Zonder hem had ik dit niet voor elkaar gekregen.’

Zoveel medewerkers: een wereld van verschil met het café, dat ze bijna in haar eentje runde. Ook de sfeer is anders. ‘In een café komen ook mensen die niet gelukkig zijn. Dronken mensen, van wie je drie keer op een avond hetzelfde verhaal hoort. Daardoor was ik ook een halve psycholoog. Ik vind het niet erg dat ik niet meer hoef te zijn. In het restaurant heb ik alleen te maken met blij mensen. Als je niet blij bent, ga je niet uit eten.’