‘Gebouwd in opdracht van prins Hendrik, ging het gerucht’

De bijzondere geschiedenis van het Mienthuis

Hun huis dateert van 1918 en heeft een bijzondere geschiedenis, waarin de beruchte schuinsmarcheerder prins Hendrik een rol zou hebben gespeeld.

Maar hoewel Simon en Janet Lap het graag anders hadden gezien, wordt het pand na de kerstvakantie gesloopt, om plaats te maken voor iets nieuws.

Het Mienthuis staat aan de rand van De Dennen, het bos dat tussen 1900 en 1940 aan de westkant van Texel werd aangeplant. Dat gebeurde om – zoals dat toen heette – ‘de woeste gronden te ontginnen’ en geschikt te maken voor landbouw en de productie van hout. Ver van de bewoonde wereld was het geen aantrekkelijke plek om te wonen. Het handjevol huisjes dat er stond, werd bewoond door boswachters en arbeiders.

Geen wonder dat het statige huis dat er in 1918 verrees vragen opriep. Het was gebouwd in opdracht van prins Hendrik, ging het gerucht. De prins-gemaal had de reputatie van vrouwenjager. Juliana – de dochter die hij met zijn echtgenote koningin Wilhelmina kreeg – zou bij lange na niet zijn enige kind zijn. De woning aan de Texelse bosrand was bestemd voor een zwanger liefje van de prins. En de veel oudere man die met de vrouw trouwde, deed dat op verzoek van de prins. Gezegd werd ook dat de man in ruil voor zijn goede zorgen voor haar én voor Hendriks buitenechtelijke kind een vorstelijke vergoeding kreeg. Genoeg om riant te kunnen wonen, op een plek die zo afgelegen was dat niemand achter de werkelijke geschiedenis van dit huis zou komen.

Een eeuw later schreef de Texelse amateurhistorica Irene Maas er een verhaal over op haar website. De geschiedenis klopte niet, want op het moment dat het huis werd gebouwd, was de vrouw – Rita Jonker – nog niet zwanger, concludeerde ze. Dat sloot volgens de schrijfster echter niet uit dat er een relatie was met de prins. En leek het dochtertje nu wél of niet op prinses Juliana, haar vermeende halfzusje?

De Jonker, De Prins en De Jonkvrouw

Simon en Janet kennen het verhaal, natuurlijk. En ze koesteren de geschiedenis. Niet voor niets noemden ze de drie vakantiewoningen die ze in de tuin naast het Mienthuis lieten bouwen De Jonker, De Prins en De Jonkvrouw. Vooral Simon is aan de omgeving verknocht. Hij werd er in 1968 geboren in het huis van de buren, honderd meter verderop, waar zijn ouders en zijn oma toen woonden.

Zijn vader en moeder kochten het Mienthuis in 1972, tien jaar na de dood van Rita Jonker, die het aan de hervormde kerk had nagelaten. ‘Eigenlijk had mijn tante het willen kopen, maar zij kreeg van de gemeente geen toestemming het als tweede huis te gebruiken. Toen ging het naar mijn vader en moeder. Ik was een jaar of vijf, toen ik hier kwam wonen’, vertelt Simon. ‘Toen Janet en ik trouwden, hebben we een paar jaar in Den Burg gewoond. Maar in 1998 zijn we teruggekeerd. Ik woon hier dus al bijna mijn hele leven.’

Verhuur aan gasten

Om een extraatje te verdienen, verhuurde de familie Lap de bovenverdieping ’s zomers aan gasten. ‘Veel Texelaars probeerden vroeger op die manier extra inkomsten te krijgen. Als mijn geboortehuis werd verhuurd, vóór onze verhuizing, sliepen we zelf in de schuur. Het Mienthuis bestond uit twee delen. Vroeger woonde boven een gezin en onder een gezin. Toen mijn ouders het kochten, hebben ze er met wat aanpassingen een appartement voor de toeristische verhuur van gemaakt. Wij woonden als gezin beneden. Nadat Janet en ik eigenaar werden, hebben we dit nog een tijdje voortgezet. Maar onze zoons werden ouder en wilden een eigen slaapkamer.’

Om hun huis helemaal voor zichzelf te hebben, bouwden Simon en Janet in 2006 drie vakantiewoningen. Een lucratief besluit. ‘Een hypotheek krijgen was geen probleem. Ik zette onze financiële gegevens op een A4’tje en ging ermee naar de bank. Op basis van de verwachte inkomsten uit de verhuur kregen we een lening. Het was een succes. De bezettingsgraad was al gauw tussen de negentig en honderd procent. Zelfs in de coronatijd hebben we heel goed verhuurd. In samenwerking met een paar buren hadden we een paar jaar eerder glasvezel laten aanleggen. Gasten huurden bij ons een huisje om thuis te kunnen werken. We hebben hier supersnel internet. Zo snel hadden de meesten het thuis niet.’

Een verzakkend huis

Maar Simon en Janet hadden ook zorgen. Want hun ooit zo statige huis begon steeds verder te verzakken, zo ver zelfs dat op allerlei plekken scheuren en schimmel ontstonden. Na overleg met diverse deskundigen moesten ze een paar jaar geleden concluderen dat renoveren erg moeilijk en duur zou worden. ‘De kelder ligt op zand en is daardoor stabiel. Maar de rest van het huis zakt eromheen weg. Tijdens het opruimen vond ik brieven van lang geleden van mijn vader en oom, waarin ze al schreven over het verzakken. Een moeilijke beslissing, je ouderlijk huis sloop je niet zomaar. En zeker niet een huis met deze geschiedenis. Maar het moest wel.’

Voor de herbouw oriënteerden ze zich grondig. ‘We wilden geen replica. De sfeer van vroeger krijg je toch niet terug. In De Beemster zagen we een pand dat was geïnspireerd op een oude boerderij in die omgeving. Dat vonden we mooi. Maar de tekening die we door een architect lieten maken, werd afgeschoten door de welstandscommissie. Tot onze verbazing, want de welstandscommissie beoordeelt op Texel bijna geen bouwplannen meer. Maar juist voor ons stukje bosrand bleek dat nog wel nodig.’

Op advies van Maarten-Jeroen den Boer van MB Adviesgroep – een neef van Simon en zijn oude buurjongen – riepen Simon en Janet de hulp in van de Texelse architect Ingmar Veeger. ‘Ingmar draaide het om. Hij ging eerst naar de gemeente om te vragen wat er mag en wat ze graag wilden en maakte op basis van die informatie een plan. Dat werd binnen de kortste keren goedgekeurd.’ Janet: ‘De leden van de welstandscommissie kregen er een glimlach van, schreven ze.’

Texelse uitstraling

Het resultaat mag er zijn. De architect heeft – ook volgens de interviewer – een prachtig huis getekend, met veel hout, rode dakpannen en een zeer Texelse uitstraling. Simon lacht: ‘Wij waren zelf erg te spreken over de eerste tekening. Maar gelukkig vinden veel mensen de tweede tekening mooier dan de eerste. Dan is het lange wachten tenminste ergens goed voor geweest. Want door alle vertraging wordt het huis wel een stuk duurder. Gelukkig volstaat de hypotheek die we al hebben geregeld en hoeven we niet opnieuw op zoek naar financiering.’

Ook voor de financiering hebben Simon en Janet zich laten assisteren door Maarten-Jeroen. ‘Ook als hij mijn neef en oude buurjongen niet was geweest, hadden we hem gevraagd. Maarten-Jeroen kent alle wegen, heeft een groot netwerk en enorm veel financiële kennis. Zonder hem was het niet gelukt, dat weet ik zeker. Met alleen mijn salaris (Simon werkt op de administratie van Texels grootste logiesbedrijf De Krim, red.) kreeg ik bij de bank geen hypotheek. Maarten-Jeroen heeft een alternatieve financier gevonden. Op basis van de waarde van onze vakantiewoningen en de inkomsten uit de verhuur, die al jaren heel goed is, durfden ze het wel aan met ons.’

Voor de rest van ons leven

Kerst en oud en nieuw vieren Simon en Janet in tropische sferen bij hun oudste zoon Mattijs, die voor zijn werk een tijd op Curaçao zit. Begin februari wordt hun huis gesloopt. Een paar weken later gaat de aannemer aan de slag. ‘Het huis wordt op palen gebouwd, zodat het niet meer zal verzakken. En het wordt levensloopbestendig, met een slaapkamer beneden. We hopen hier vanaf de zomer weer te wonen. Als het een beetje meezit, voor de rest van ons leven.’