Strandondernemer Ivonne belandde in een rolstoel

‘Ik ga weer op eigen benen staan, letterlijk en figuurlijk’

Vier jaar geleden, tien dagen voor de kerst van 2021, werd Ivonne Boom midden in de nacht getroffen door een hersenbloeding.

Halfzijdig verlamd kwam ze in een rolstoel weer thuis, met niet alleen de zorg of ze ooit weer zou kunnen lopen, maar ook met de vraag: hoe moet het verder met mijn bedrijf, Strandpaviljoen Paal 28?

‘Met de bekendste vrouw van Nederland!’ Met opgewekte stem beantwoordt ze de telefoonoproep. Het is Ivonne ten voeten uit: strijdbaar en met humor. En vastberaden om er weer helemaal bovenop te komen. ‘Ik ben nog steeds aan het revalideren. Mijn fysiotherapeuten zeiden aanvankelijk: dit lijf gaat niks meer doen. Maar ondertussen is er toch verbetering merkbaar. Ik zeg nooit: “ik kan niet meer lopen”, maar “ik loop nóg niet”. Ik ga er vanuit dat het me weer lukt.’

De 54-jarige Ivonne zit in een rolstoel, al bijna vier jaar. Op 15 december 2021 werd ze midden in de nacht wakker gemaakt door haar hond Max, die kennelijk voelde dat er iets mis was met zijn bazin. Mijn manager belde 112, waarna Ivonne met gillende sirene vanuit haar woning bij De Cocksdorp op Texel naar Den Helder werd gebracht.

In het ziekenhuis werd een hersenbloeding geconstateerd. ‘Daardoor heb ik een linker parese opgelopen. Dat wil zeggen dat ik aan mijn linkerkant verlamd ben. Na twee maanden revalideren in Heliomare, kwam ik in juni in een rolstoel weer thuis.’

Inhoud aan mijn leven

Ze kijkt terug op een akelige en spannende periode. Want wat moest er gebeuren met haar bedrijf, Strandpaviljoen Paal 28, dat al zo lang in haar bezit was? ‘Anderen vonden dat ik het moest verkopen. Maar vanaf het eerste moment heb ik gezegd dat ik dat niet wilde. Het is mijn levenswerk, ik heb het nodig om door te kunnen gaan. Mijn bedrijf geeft inhoud aan mijn leven.’

Tijdens haar afwezigheid hadden haar medewerkers hun uiterste best gedaan om het paviljoen open te houden. ‘Misschien niet altijd op de manier waarop ik het zelf zou hebben gedaan, maar daar gaat het niet om. Ik was er niet om zelf te zeggen wat er moest gebeuren en zij zijn doorgegaan. En dat verdient grote complimenten.’

Op aanraden van haar manager Judith van Dijk haalde ze professionele hulp in huis om de levensvatbaarheid van het paviljoen te onderzoeken. ‘Joh, wat hebben we te verliezen, zei Judith. Maar ik moest zelf eerst een drempel over.’

Eigen identiteit

De professionele hulp kwam in de personen van Maarten-Jeroen den Boer en Paul Krugers van MB Adviesgroep en collega-horecaondernemer Melvin van Sambeek. ‘Toen we voor het eerst om tafel gingen, heb ik gezegd: Ik wil absoluut mijn eigen identiteit behouden. Als ze hadden gevonden dat de visnetten van de plafonds moesten, dan was het niet doorgegaan. De inrichting is van mij.’

Zover kwam het niet, de drie concentreerden zich op het bedrijfseconomisch aspect. ‘Ze hebben alles doorgelicht: de kaart, de prijzen, de bruto winstmarges. Een van de belangrijkste conclusies was dat ik te goedkoop was. Mijn eigen schuld. Als ik ergens twee Coronabiertjes en een portie bitterballen bestel, dan krijg ik daar soms een rekening bij waarvan ik denk: moet dat nou? Ik ben misschien ouderwets, maar voor mij hoeft het niet zo duur. Maar zij vonden dat de prijzen omhoog moesten. Het moest maar.’

Schaterlachend vertelt ze dat een andere drempel te maken had met Maarten-Jeroen als persoon. ‘Ik heb tegen hem gezegd: ik was geen fan van je. Waarop hij zei: dat was wederzijds. We zijn allebei nogal direct, denk ik. Maar het gaat nu een stuk beter tussen ons.’

Stijgende lijn

Achteraf is ze blij dat ze hulp heeft gezocht. ‘De stijgende lijn is ingezet, het gaat steeds beter. En weet je wat het is: de jongens van MB Adviesgroep zijn niet goedkoop, maar met wat ze voor je doen, verdienen ze hun geld helemaal terug.’

Ivon is ervan overtuigd dat er weer toekomst is voor het paviljoen, dat ze op 1 november 1996 kocht. ‘Mijn toenmalige vriend stond in de keuken bij Piet Zijm, de vorige eigenaar. Piet wilde het bedrijf verkopen en vroeg of het niets voor ons was. Ik werkte toen in de bediening in het restaurant van Vakantiepark De Krim. Mijn vader vond het wel spannend. Hij was een rasondernemer, maar hij had ook vertrouwen in me. Hij had net z’n scheepsdok verkocht en wilde me financieel wel helpen. Hij schreef wel even goed op wat mijn rechten en plichten waren.’ Lachend: ‘Het was zeker geen vrijblijvende lening.’

Inmiddels is ze bijna dertig jaar verder en een schat aan ervaring rijker. En optimistisch als nooit tevoren. ‘Ik ga weer op eigen benen staan, letterlijk en figuurlijk. Voor het paviljoen zijn we nu bezig personeelsverblijven op eigen terrein te realiseren. Daar zijn we al jaren mee bezig, maar het wordt nu concreet.’